Dementeren uitgebeeld in doelloze dans

Choreografen wijden dansvoorstellingen aan dementie. Ann Van den Broek: “Ik wil ook het verdriet en de machteloze boosheid van de mantelzorger benoemen.”

‘Hè?’ Volkomen verrast was Ann Van den Broek na de première, oktober vorig jaar, van Blueprint on Memory. De choreografe had zich mentaal al voorbereid op de kritiek. “Ik dacht een hermetische voorstelling te hebben gemaakt. Maar na afloop vertelden mensen me dat ze er ingezogen werden. Zo kras heb ik het nog nooit meegemaakt.”

In het café van de Antwerpse Bourla Schouwburg vertelt ze over haar trilogie over geheugenverlies, waarvan deel twee, Zooming in on Loss, donderdag zijn Nederlandse première beleeft. Een drieluik was onvermijdelijk, vond zij. Haar in 2017 aan dementie overleden moeder moest (en haar kinderen met haar) de gifbeker leegdrinken, van het verbergen van haar afkalvende geheugen tot het verlies van het ik. Eén avond kon nooit genoeg zijn om alle aspecten – emotioneel, fysiek, maatschappelijk, ethisch, wetenschappelijk – van ouderdomsziekte nummer een recht te doen. “Drie ook niet, overigens.”

Actueel thema
Van den Broek (48) is niet de eerste of enige die een dansvoorstelling wijdde aan dementie. Net als in andere kunstdisciplines is het een actueel thema. In de dans vaak bij choreografen die, zoals Van den Broek, de leeftijd hebben om mantelzorger te zijn voor een verwant. Hun aanpak is vaak volstrekt anders. Het lichaam, vehikel van de dans, is geschikt om al dan niet woordeloos verschillende aspecten op uiteenlopende manieren tot uitdrukking te brengen, van direct en theatraal – de angst en onzekerheid die in het lichaam kruipt – tot conceptueel en symbolisch.

Van den Broek, een artistieke nazaat van ‘minimaliste’ Krisztina de Châtel, wilde in Blueprint on Memory “geen danspasjes breien”. Het stuk heeft een strenge, consequente structuur met eenvoudige stappenpatronen. De dansers bedienen zelf microfoons en geluidspedalen, waarvan de ordelijke gerangschikte snoeren gaandeweg veranderen in een warboel vol knopen en losse eindjes.

“Ons geheugen krijgt veel informatie te verstouwen: stappen tellen, in een bepaalde emotie zitten, stoppen, pedaal indrukken, allemaal getimed. En doen of het normaal is.” Ze giechelt. “Tijdens repetities vergaten we soms stukken choreografie. Dan was de doorloop tien minuten korter. ‘Dat kan toch niet?’ Iedereen beleefde het concept.”

In Vader van Peeping Tom (2014), werd de ervaringswereld van het versleten brein theatraal verbeeld, in de filmische, surrealistische en multidisciplinaire stijl van het Brusselse collectief. Met humor en mededogen toonde choreograaf Franck Chartier hoe een verwarde grijsaard in het verzorgingshuis behalve zijn identiteit steeds meer de grip op de werkelijkheid verloor. Naasten werden vreemden, dagelijkse situaties transformeerden tot duizelingwekkende mysteriën. Alleen achter de piano maakte hij contact met zijn oude ik.

Dat vroegere ik was in RE/turn (2015) van Piet Rogie lijfelijk aanwezig, als de herinnering aan de vitale jongeman van weleer. De choreograaf danste zelf een ontroerend portret van de dementerende mens, met aarzelende, doelloze bewegingen, plotse woedeuitbarstingen en wanhopige omhelzingen van zijn geliefde. De drie dansers in DMNT (2015) van de Vlaming Ugo Dehaes leken neurologische processen te verbeelden, met soms samenklittende lichamen als symbool voor de gestapelde eiwitten in de hersenen.

Spreekuur
De formele benadering van Van den Broek sluit geen theatrale of emotionele scènes uit – de vorm dient als controlerend kader. Puttend uit de verslagen van de Duitse arts Alzheimer, naamgever van de ziekte, ondervroeg zij in Blueprint on Memory bijvoorbeeld tijdens een aangrijpend ‘spreekuur’ een patiënte. “Auguste”, antwoordde de vrouw, zichtbaar angstiger en verwarder rakend, op alle vragen: hoe zij heette, haar man, waar ze woonde, welke dag het was.

Zooming in on Loss ging eerder deze maand in Parijs in première. De installatie-achtige dansvoorstelling voor drie dansers focust op verlies, ook vanuit het perspectief van naasten die hun dierbare zien wegglijden. “In Blueprint zat al een tekst: ‘What about the care giver’s burden?’ Ik wil ook dat verdriet, die machteloze boosheid benoemen – hoe dúrf je mij niet te herkennen, hoe dúrf je me uit te schelden. Je weet dat zo’n mens er niets aan kan doen, maar zie het maar rond te krijgen, als mantelaar.”

Het gaat in dit tweede deel over een breder verliezen, niet per se het verlies van geheugen, maar de opeenvolgende verliezen van familieleden bijvoorbeeld, aangekondigd en onaangekondigd. Het dubbele verlies van afscheid moeten nemen én iemand zien veranderen in een persoon die je niet kent. Ze grinnikt weer. “Van Zooming in worden we óók niet vrolijk.”

Deel drie van de Memory Loss Trilogy moet, ambitieus, een soort ‘totaalmap’ worden waarin door middel van scènes, verhalen, filmpjes en brieven, uiteenlopende elementen samenkomen: emotionele, maatschappelijke, zorg-gerelateerde, wetenschappelijke, ethische. “Ik wil het onderwerp meer naar de maatschappij richten en heb het plan rond de voorstelling lezingen te organiseren waar mensen kunnen samenkomen.”

Er moet, vind Van den Broek, meer gepraat worden over het enorme probleem dat op de maatschappij aanstormt. Haar trilogie is een dringend pleidooi voor acceptatie en openheid: “Een op twee gaat dement worden. Die mensen kun je niet buiten de maatschappij zetten. Een kind geef je ook een plek, waarom dementerende mensen niet?”

Francine van der Wiel, NRC, 18 april 2019

Dementeren uitgebeeld in doelloze dans
« Terug